1. De lidstaten stellen uiterlijk op 31 december 2022 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan deze richtlijn te voldoen, en maken deze bekend. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.
Zij passen die bepalingen toe met ingang van 1 januari 2023.
Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. In afwijking van lid 1 van dit artikel stellen de lidstaten uiterlijk op 31 december 2023 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast om aan artikel 1, punt 1), d), van deze richtlijn met betrekking tot artikel 3, punt 26), van Richtlijn 2011/16/EU en aan artikel 1, punt 12), van deze richtlijn met betrekking tot afdeling II bis van Richtlijn 2011/16/EU te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.
Zij passen die bepalingen uiterlijk met ingang van 1 januari 2024 toe.
Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
3. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.